Grootte

groot

Hoofd

Vorm

Gemiddeld in grootte, katers hebben vaak een groter en breder hoofd dan poezen. Het hoofd heeft een vierkante omtrek. Profiel met een lichte, concave welving.

Voorhoofd

Licht gebogen.

Wangen

De jukbeenderen zijn hoog en prominent.

Gezicht/ neus/ snuit  

Gezicht en neus zijn van een gemiddelde lengte met een vierkante omtrek van de snuit.

Een duidelijke overgang kan worden gevoeld tussen de snuit en de jukbeenderen.

Kin

Stevig, in een verticale lijn met de neus en de bovenlip.

Oren

Vorm

Groot, breed aan de basis. Matig puntig.
Lynx-pluimpjes zijn wenselijk. Pluimen uit de oren reiken horizontaal tot buiten de oorschelp.

Plaatsing

Hoog op het hoofd met een zeer lichte kanteling naar buiten. De oren moeten een oorbreedte uit elkaar geplaatst zijn. De afstand tussen de oren kan wat breder zijn bij oudere katers.
De basis van de buitenste oorrand is iets naar achteren geplaatst ten opzichte van de basis van de binnenste oorrand.

Ogen

Vorm

Groot en wijd uit elkaar geplaatst. Iets ovaal, maar niet amandelvormig. De ogen lijken rond als ze wijd geopend zijn .

Ze zijn licht schuin geplaatst ten opzichte van de buitenste oorbasis.

Kleur

Elke kleur is toegestaan. Er is geen verband tussen oog- en vachtkleur.
Een heldere oogkleur is gewenst.

Nek

De mannetjes hebben een zeer sterke gespierde nek

Lichaam

Structuur

Het lichaam moet lang zijn met stevige botten.
Stevig gespierd, krachtig met een brede borst.
Groot van afmeting, alle delen van het lichaam zodanig in verhouding dat de indruk van een rechthoek ontstaat.

Poten

 Stevig, van een gemiddelde lengte en vormen een rechthoek met het lichaam.

Voeten

Groot, rond en goed voorzien van pluizen tussen de tenen.

Staart

Ten minste net zolang als het lichaam van schouderblad tot aan de basis van staart. Breed aan de basis, uitlopend in een punt. De staart is vol met golvend haar.

Het haar op de staart is lang en blijft altijd golven.

Vacht

 Structuur

 Een vacht voor alle jaargetijden. Dicht, kort op het hoofd, schouders en poten en geleidelijk langer wordend langs de rug en zijkanten, met een lange, enigszins ruige- en volbehaarde broek op de achterpoten en buik. Een kraag wordt verwacht.
De textuur is zijdezacht. De vacht is stevig en valt soepel.

De ondervacht is zacht en fijn, bedekt met de stuggere, gladde bovenvacht.

Kleur 

 Alle kleuren zijn toegestaan, inclusief alle kleurvariëteiten met wit, behalve de pointed patronen en de kleuren chocolate en lilac, cinnamon en fawn.

Iedere hoeveelheid wit is toegestaan, dat wil zeggen een witte bles, witte medallion, witte borst, wit op de buik, wit op de poten. etc.

Conditie

De Maine Coon dient altijd in een goede conditie en proportie te zijn.