Epilepsie

Epilepsie of vallende zieke is een aandoening van de hersenen, gekenmerkt door aanvallen of episodes. Deze ontstaan door een kortdurende storing in de hersenen.
Men kan epilepsie onderverdelen in primaire, secundaire en reactieve epilepsie. Primaire epilepsie is een aangeboren vorm en is bij de kat zeldzaam. Primaire epilepsie begint meestal op jonge leeftijd.
Bij secundaire epilepsie is er een onderliggende oorzaak binnen de schedel aanwezig. Bij reactieve epilepsie is de aanval een reactie op een prikkel welke van buiten de hersenen komt. De oorzaak kan zowel progressief als niet progressief zijn. De laatste twee vormen kunnen op eender welke leeftijd optreden en is bij katten meestal een gevolg van een virusinfectie (FIP, Leucose) of een tekort aan vitamine B1 (thiamine).

De aanvallen ontstaan doordat er op celniveau een dysbalans bestaat tussen remmende en stimulerende processen. Deze dysbalans kan functioneel zijn zonder dat er sprake is van een anatomisch defect, bijvoorbeeld een tekort van een bepaalde nutriënt of het aanwezig zijn van een toxische stof. Maar deze dysbalans kan ook functioneel-anatomisch zijn. In dit geval is er sprake van en echte laesie, bijvoorbeeld het bestaan van een litteken, ontsteking, ruimte innemend proces, etc. Door deze dysbalans kan er een (kortdurende) ontsporing van elektrische activiteit plaatsvinden. Van hieruit verspreiden deze ongecontroleerde elektrische ontladingen zich vervolgens over de hersenen en veroorzaken de verschijnselen die bij een epileptiforme aanval worden waargenomen.

Symptomen
Epilepsie bij katten is zeldzaam en is soms erg moeilijk vast te stellen. Als het voorkomt krijgt de aangetaste kat op onregelmatige tijdstippen epileptische aanvallen. Deze kunnen verschillende vormen aannemen.
Epilepsie bij katten is vaak partiële epilepsie. De symptomen zijn dan niet aan beide zijden van het lichaam hetzelfde (asymmetrisch). Dit in tegenstelling tot de hond.
Een epileptische aanval kan zich uiten als een abnormaal gedrag, verminderde bewustzijn, spiertrekkingen (die soms echt hevig kunnen zijn), fietsbewegingen, speekselen en ontlasten, de typische epileptische aanval zoals bij honden en mensen, komt bij katten niet zo vaak voor. De dieren vallen dan neer en beginnen hevige fietsbewegingen te maken met de koop achterover getrokken. Deze aanval duurt maximaal 30sexonden en is volledig pijnloos voor het dier, hoewel het er soms uitziet alsof het dier erg lijdt, de dieren zijn buiten bewustzijn tijdens een aanval.

Epilepsie bij katten komt vaak slechts eenmalig voor.
Een gevaar van epilepsie is de mogelijkheid op een status epilepticus. Dit is een aanval die veel langer duurt dan normaal en kan levensbedreigend zijn, een status epilepticus is altijd een spoedgeval maar komt gelukkig niet vaak voor.

Diagnose

De diagnose wordt meestal gesteld aan de hand van het verhaal van de eigenaar, het is van belang om eventuele onderliggende ziektes (secundaire epilepsie) te achterhalen, bij vermoeden van secundaire epilepsie kan de dierenarts extra onderzoeken uitvoeren, zoals bloedonderzoek, radiografie, echografie en meer gespecialiseerde onderzoeken zoals contraststofradiografie en CT-scan.

Behandeling

De behandeling van primaire epilepsie zal bestaan uit aangepaste medicatie die de aanvallen zal onderdrukken. Bij secundaire epilepsie zal men de onderliggende ziekte trachten te behandelen.

Prognose

De prognose van primaire epilepsie is meestal goed in veel gevallen zullen de aanvallen kunnen gecontroleerd worden met medicatie gedurende jaren. Soms kan er toch nog een aanval doorbreken of zal men de medicatie moeten opdrijven omdat ze niet meer voldoende werkt. In zeldzame gevallen zal men de aanvallen maar moeilijk of niet kunnen controleren met medicatie. Bij secundaire epilepsie hangt de prognose af van de onderliggende oorzaak.

Een dier dat een status epilepticus krijgt is in levensgevaar en moet direct een gepaste behandeling krijgen.